De prinses die kon vechten

Gepubliceerd op: 28 juni 2017 17:24

Het is rustig op de jeugdafdeling. Twee kinderen spelen op het reuzenkonijn en hun moeder leest de Gids voor succesvol opvoeden.

Haar zoontje is een ridder en haar dochtertje een prinses, maar de streng uitziende vrouw heeft alleen oog voor haar boek. Na een tijdje legt ze het toch aan de kant en staat ze op. "Thijs, let jij een beetje op Iris, dan ga ik even snel naar de wc." De jongen van een jaar of zes knikt en de gezichtsuitdrukking van zijn zusje verraadt dat ze zich beledigd voelt.

Op het moment dat zijn moeder uit het zichtveld verdwenen is, komt ridder Thijs helemaal los. Hij legt zijn zusje uit dat er een draak in de stad is geweest en dat deze uit pure slechtheid een huis in vuur en vlam heeft gezet. Om de stad te beschermen moet de draak verslagen worden, maar het probleem is dat hij zich schuilhoudt op de hoogste berg van het land. Thijs wijst naar het hoofd van het reuzenkonijn en Iris knikt begripvol. "Ik ga mee om de draak te verslaan", zegt zijn zusje daadkrachtig, maar ridder Thijs beveelt haar om in het kasteel te blijven. "Jij bent de prinses. Voor jou is dat veel te gevaarlijk."

Teleurgesteld kijkt Iris vanaf de grond toe hoe Thijs het konijn beklimt. Hij heeft zijn schoenen nog aan, maar ik zeg er niks van. Op je sokken een berg beklimmen is nou eenmaal niet goed voor je voeten. Wanneer hij de top bereikt heeft, gaat hij staan en trekt hij zijn denkbeeldige zwaard. Hij wil zichtbaar indruk maken op zijn zusje en haalt een paar keer veel te wild uit. In een mum van tijd verliest hij zijn evenwicht en ridder Thijs valt achterover naar beneden. Gelukkig landt hij zacht op de buik van het konijn. De ridder voelt aan zijn hoofd en kijkt beschaamd naar zijn zusje. De draak lacht uitbundig en spuwt vuur.

Iris bedenkt zich geen moment en springt het konijn op. Haar broer gebiedt haar nog om op de grond te blijven, maar ze stapt vastberaden over hem heen. "Ik ben dan wel een prinses, maar ik kan ook gewoon vechten hoor." Behendig klimt ze op het hoofd van het konijn. Prinses Iris trekt haar zwaard en maakt een aantal sierlijke zwaaien. De draak krijgt het zwaar te verduren, wankelt en stort uiteindelijk ineen tegen de bergwand.

"Wel verdomme, Iris, kom van dat beest af!" Ik schrik en laat een paar Dolfje Weerwolfjes uit mijn handen vallen. Moeder komt aangestormd en tilt haar dochter haastig van het konijn af. Thijs krijgt ervan langs aangezien hij niet goed opgelet heeft en de jongen, die kennelijk al weet hoe laat het is, rent in de richting van de uitgang. Iris wordt aan haar arm meegesleurd. Haar kleine beentjes kunnen die van haar moeder nauwelijks bijhouden. Ze dreigt achter een boekenkast te verdwijnen, maar net voordat ze de hoek omgaat kijkt ze nog even om. De draak krabbelt op, spreidt zijn vleugels en vliegt met zijn staart tussen zijn poten de bibliotheek uit.

Prinses Iris glimlacht. De stad is gered.  

Meer biebcolumns